Werk, werk en nog eens werk

Werk, werk en nog eens werk

Dat het kabinet er in deze crisis voor kiest het begrotingstekort op te laten lopen in plaats van te bezuinigen noemen sommigen gedurfd. Toch heb ik er weinig vertrouwen in dat door die verandering het extra geld dit keer wél terecht komt bij degene die dat het hardste nodig hebben. Een gevoel dat wordt versterkt doordat ik verder alleen de standaardinstrumenten voorbij zie komen die bij elke crisis weer uit de kast worden getrokken.

Toen er werd gesproken over lessons learned dacht ik aanvankelijk dat men er in deze crisis voor zou kiezen de burgers te redden. Uit de toename van het aantal daklozen, de steeds langer wordende rijen bij de voedselbank, de talloze zzp-ers en flexwerkers die hun opdrachten zijn kwijtgeraakt en de middeninkomens die nauwelijks nog bestedingsruimte hebben, blijkt immers dat velen het water tot aan de lippen staat. Tot mijn grote verbazing kiest onze regering echter voor het bedrijfsleven. Naar men zegt vanwege de banen die zij creëren en om uit dat rendement de kosten voor de gezondheidzorg, het onderwijs en de vergrijzing te betalen. Terwijl ik denk: maar het is toch juist dit systeem van vaste banen, wat heeft geleid tot deze armoede. Enerzijds, omdat grote bedrijven hun best blijven doen, hetzij door (op papier) te verhuizen naar een ander land, door te knutselen aan hun boekhouding of een ruling af te spreken om maar zo weinig mogelijk winstbelasting te betalen, hetzij doordat de opbrengst verdwijnt in de zakken van de aandeelhouders in plaats van dat het terugvloeit naar de samenleving. En anderzijds doordat veel kleine ondernemers het zich niet meer kunnen veroorloven iemand in dienst te nemen. Niet alleen omdat die arbeid veel te duur is en te veel verplichtingen met zich meebrengt, maar vooral om het sneller gaat, minder risico vol is én meer oplevert als de benodigde kennis, kunde en handjes van buitenaf worden ingekocht, van zelfstandigen bijvoorbeeld of van zzp-ers. Het is namelijk deze groep die telkens weer in staat blijkt zich razendsnel aan te passen aan de wens van de opdrachtgever, hun eigen werk creëren én net als grote bedrijven ook voor eigen rekening en risico ondernemen.

Als het gaat om werkgelegenheid én rendement op arbeid zou je dus mogen verwachten dat de overheid hun ondernemerschap juist omarmt. Ook omdat wij al zo’n vijfentwintig jaar leven in een kenniseconomie die staat of valt met de ontwikkeling van ieders persoonlijke talent naar vakmanschap én waarin samenwerken in netwerken key is. Des te opvallender is het dat er steeds weer nieuwe spelregels worden bedacht om deze ondernemende burgers in aantal af te remmen. Eerst door het invoeren van de VAR (2003), vervolgens door de wet DBA (2016) en nu weer door onderscheid te maken in de verschillende steunpakketten: de NOW pakketten 1-2-3 voor bedrijven als tegemoetkoming in de loonkosten bij een omzetdaling 20% versus de TOZO-regeling 1-2-3 voor zelfstandigen en zzp-ers als bijstandsuitkering met een vermogenstoets voor het hele gezin.

Met het bewust voortrekken van werkgevers snijdt de overheid zichzelf mijns inziens zodanig in de vingers dat ik gezocht heb naar een verklaring. Tot op heden kan ik echter geen andere bedenken dan dat ondernemers niet zijnde werkgevers worden ervaren als een bedreiging voor de hiërarchische organisatiestructuur van arbeid waarin ieder lid van het establishment zo zijn eigen positie heeft (verworven) en men elkaar liever de hand boven het hoofd houdt.

Contact

Stichting Oraio
3814 TW Amersfoort
Mobiel +31(0)653519738
info@oraio.nl

Social Media

oraio social media linkedin footer

 

Algemene gegevens

Kamer van Koophandel: 68491824
IBAN: NL29 RABO 0317 8477 75